Almut Heuermann, koos voor zichzelf na 30 jaar huwelijk, en liet ook haar kerk los

“Als je zaken eist dan beperk je ook de vrijheid van een ander. Dat werkt beide kanten op.”

Tijdens haar gehele huwelijk voerde Almut een innerlijke strijd. Al sinds haar jonge jaren wist ze dat ze op vrouwen valt, maar koos vanwege haar geloof voor het ‘ideale standaard plaatje’ en voor wat er van haar verwacht werd. Uiteindelijk bleek het onhoudbaar en koos ze voor zichzelf, voor haar wie ze werkelijk is.

Dertig jaar was Almut getrouwd, met een man. Het geloof speelde een grote rol binnen het huwelijk; hun leven samen was opgebouwd en werd geleefd vanuit de geloofsachtergrond. Vlak voor haar huwelijk kwam Almut, als jongvolwassene, tot bekering. Ze werd actief lid en onderdeel van een zeer behoudende Pinkstergemeente. In die omgeving ontmoette ze ook haar man met wie ze drie kinderen kreeg, ze hadden een goed gezinsleven. Toch voerde Almut tijdens haar huwelijk een persoonlijke strijd, diep van binnen.

Foto van Almut zittend op de bank in haar woonkamer.

Vastgeklampt aan geloof

“Ik was me al heel jong bewust van mijn gevoelens voor vrouwen – toen meisjes, net als ik. Ook wist ik van begin af aan dat het een probleem was binnen de omgeving waar ik opgroeide”, aldus Almut. “Het was niet de bedoeling en hoorde niet volgens het geloof. Voor mezelf wist ik ook niet of ik wel op de goede weg zat, of mijn lesbisch zijn ook werkelijk bij me paste of dat dit mijn echte ik was. Achteraf bekeken heb ik me daarom zo vastgeklampt aan het geloof. Ik zag het als een reddingsboei, als een goede manier om mijn leven verder in te richten.”

Haar geloof voelde voor haar als een nieuw begin. De bekering tot de strenge stroming en de fysieke doop waren letterlijk een nieuwe start, of een ‘schone start’, zoals Almut het noemt. “De bijbel was voor mij een absoluut in mijn leven. Het was een vrije, bewuste keuze om mij daaraan te conformeren.

Voor mij was het aangeleerde beeld van een man-vrouw-huwelijk het volmaakte beeld, daar wilde ik aan voldoen. Mijn huwelijk was overigens geen dertig jaar van ellende, het was echt vrije wil. Mijn geloof maakte voor mij het leven eigenlijk gemakkelijker: ik achtte Gods geboden hoger en belangrijker dan mijn eigen gevoelens. Mijn werkelijke gevoelens kon ik opzij zetten, loslaten. Dacht ik vele jaren.”

“Het was de waarheid, die moest en wilde ik vertellen. Eindelijk.”

Waarheid en werkelijkheid

Door aan het geloof vast te houden, kon Almut voldoen aan wat haar omgeving van haar verwachtte, de morele standaard van een man-vrouw-huwelijk. Dat beeld gaf haar lange tijd veel voldoening. Zoveel dat ze haar eigen, ware gevoelens en verlangens kon uitschakelen. “Dat lukte me, geloofde ik vele jaren. Maar ik stopte mijn echte gevoelens natuurlijk ‘gewoon’ weg”, vertelt Almut. “Er waren uiteraard meer elementen dan alleen mijn geaardheid die mij deden realiseren dat mijn huwelijk voor mij niet meer houdbaar was; ik leidde niet het leven dat werkelijk bij mij paste. Dit gevoel werd sterker en kwam in een stroomversnelling toen onze kinderen ouder werden en de deur uit gingen. Mijn man en ik werden op onszelf teruggeworpen – zoals dat dan gaat. Ook ik werd vooral heel erg op mijzelf teruggeworpen. Ik realiseerde me dat ik nog een heel eigen leven voor me had. Met als gevolg dat ik vreselijk verliefd werd op een collega, een vrouw.”

 

Haar man had ook in de gaten dat het niet meer liep zoals het altijd was, ze waren steeds verder van elkaar verwijderd. Ook Almuts leven binnen de geloofsgemeente verliep stroever. Alles kwam bij elkaar, en er moest wat gebeuren, zo voelde Almut. “Mijn toenmalige man en ik wilden eraan werken en besloten in relatietherapie te gaan. Maar dat haalde ook niets uit. We waren zo ver van elkaar verwijderd en ik wilde vooral ook mezelf zijn. Ik móest mezelf zijn. Door therapie ben je vooral ook met jezelf bezig; je ware persoon en ‘zijn’ komen dan uiteindelijk echt naar boven. En dat is goed. Uiteindelijk maakten we de keuze en riepen we onze familie bij elkaar om te vertellen dat we uit elkaar gingen én tegelijk uit te leggen hoe ik in elkaar steek, wie ik werkelijk ben. Dat waren in onze gelovige familie en omgeving echt taboes, zowel scheiden als seksuele geaardheid. Maar het was de waarheid, die moest en wilde ik vertellen. Eindelijk.”

Close-up van een foto uit Almut's fotoboek, met daarop een afbeelding van een jonge Almut.

 

Gedwongen positie nemen

Het was een moeilijke tijd voor Almut, met moeilijke en zware gesprekken binnen het gezin en de familie. Ook daarbuiten wilde en moest zij het vertellen, uitleggen, bespreken. Zo ging zij ook in gesprek met een voorganger van haar kerk. “Niet eenvoudig, want binnen mijn geloofsomgeving praten over je ‘afwijkende en zondige’ geaardheid was – en helaas is – niet vanzelfsprekend. De voorganger was ook nog eens de schoonvader van mijn dochter, dat maakte het nog complexer. Hij was wat gedifferentieerd in zijn oordeel. Hij zei ook heel duidelijk: jij dwingt mij wel om over dit onderwerp (homoseksualiteit, red.) na te denken. Dat klonk eerst confronterend en misschien wat liefdeloos, maar ik begreep hem wel. Eigenlijk wordt iemand gedwongen om positie in te nemen als zoiets ter sprake wordt gebracht. Ik snap die houding wel, ook omdat ik zelf uit die geloofsgemeenschap kwam.”

Almut kende de geloofsomgeving en de visie van die omgeving van binnenuit; ze was jaren actief onderdeel van de gemeente. Ze schrok niet van de reactie van de voorganger en voelde het niet als een oordeel of veroordeling. “Het is dan ook geen duidelijke afwijzing”, zegt Almut. “Eigenlijk zei hij: we staan voor de principes van God en daardoor kunnen wij niet meegaan in deze levensstijl. Hij zei ook: je bent altijd welkom in onze gemeente, maar niet met een vriendin. Ik dacht bij mezelf: ja, maar hoe ga je dat dan doen? Vraag je me aan de poort van de kerk wie ik bij me heb en of ik daar intiem mee ben? Hoe durf je, dacht ik óók.”

Almut vervolgt: “Tegelijkertijd begreep ik dat hij als voorganger een gespletenheid heeft in zijn positie: aan de ene kant kent hij mij persoonlijk. Hij mag mij, we kennen elkaar goed – het huwelijk van mijn dochter verbindt onze families. En aan de andere kant moet en wil hij blijven bij de leer van de kerk. Mijn conclusie hierover is dat ze, de kerk, jou als mens in de basis niet afwijzen, maar ze wijzen je gedrag af. Het is natuurlijk geen ‘gedrag’, het is wie je bént. Ze zouden het overigens wel goedkeuren als ik naar de gemeente zou gaan, maar dan zou ik moeten belijden dat ik geen praktiserende lesbienne zal zijn. Je mag het zijn maar niet doen. Maar dat kan en wil ik niet.
Ik ben wie ik ben.”

191222 barbaratrienenphoto almutscheuerman lbhti gemeentezwolle 0103

Verbroken contacten

Na haar coming out brak wederom geen gemakkelijk tijd aan. Veel contacten werden rond die tijd verbroken. Sommige mensen die er niet mee konden en wilden omgaan wilden ook niet meer met Almut omgaan, en spraken dat heel duidelijk uit. “Ik dacht toen ook dikwijls: hoe botter je je afzet tegen iets, hoe meer je een soort bescherming creëert, voor jezelf. Het is een soort muur die je creëert, waar je achter kunt zitten. Afgeschermd van misschien wel je eigen gevoelens die je hebt en hiermee wegdrukt. Er zijn heel veel mensen die worstelen met sexualiteit, op allerlei niveaus. Maar hoe strikter je bent in je manier van leven, hoe makkelijker je het jezelf daarmee maakt. Door vast te houden aan geloof en de regels, maak je het jezelf makkelijker in het leven: je hoeft niet na te denken over bepaalde onderwerpen die heel dicht bij je liggen of komen.”

“Het lijkt er misschien op dat ik nu zeg dat het geloof niet altijd een goed effect heeft op mensen, maar dat bedoel ik niet”, benadrukt Almut. “Ik zeg liever: een overtuiging heeft niet altijd een goed effect op mensen. Geloof is een openbaring, zeggen velen binnen een geloofsgemeente. Mensen nemen vaak het woord van God, de Bijbel, als basis en als absolute waarheid. Ik zie om mij heen dat velen zich dat toe-eigenen en zeggen dat het hún waarheid is. Vanuit dat perspectief leven vele mensen binnen hun strenge geloofsomgevingen, en omdat ik zelf uit die omgeving kom begrijp ik dat ook”.

Afbeelding van Almut, gefotografeerd van achteren terwijl ze uit haar raam kijkt.

“Eigenlijk wordt iemand gedwongen om positie in te nemen als zoiets ter sprake wordt gebracht. Daar moet je je wel bewust van zijn.”

Tweezijdig perspectief

Waar veel mensen mee worstelen, is dat je je eigen vrijheid weer moet verwerven als je een geloofsgemeenschap hebt verlaten. Dat was zeker het geval voor Almut. Ze moest loskomen van datgene wat ze zichzelf jarenlang had opgelegd; de dogma’s, de kerkelijke moraal. Ze ontdekte dat die jarenlange tweestrijd, dat ‘gedwongen duale zelfzijn’ diep geworteld zat en dat ze daardoor alles ook nog vanuit dat tweezijdige perspectief bekijkt.

Als je zo lang in een bepaalde omgeving leeft en richting denkt, dan zit dat diep in je systeem en in je benadering van vrijwel alles, aldus Almut. “Ik herinner me bijvoorbeeld een discussie met een lesbische vriendin: mogen twee vrouwen trouwen? Voor de Nederlandse wet mag dat, maar moet je de vrijheid opeisen om in welke kerk dan ook getrouwd te kunnen worden door een voorganger? Moet je daarvoor op de barricaden gaan? Is dat belangrijk? Mijn persoonlijke conclusie is dat je dat van mensen die daar een andere kijk op hebben niet mag eisen. Zij hebben ook die vrijheid nodig, de vrijheid om te zeggen ‘nee, ik doe dat niet. Je moet het naar mijn idee van alle kanten bekijken en zo ieders visie en perspectief meenemen en wegen. Als je zaken eist dan beperk je ook de vrijheid van een ander.”

Goed voor nu

Vanuit haar eigen ervaringen in haar verleden binnen de strenge geloofsgemeenschap begrijpt Almut goed hoe mensen denken, en hoe ze tot bepaalde overtuigingen komen. “Ik heb zoveel jaren op een andere manier gedacht, volgens de regels en normen van het geloof. Dat hinderde mij nadat ik uit die omgeving stapte, en het hindert mij nog steeds. Daarom heb ik uiteindelijk het geloof geparkeerd. Ik heb het niet losgelaten en verloochen het niet – want het geloof bracht me destijds veel – maar ik voel nog steeds de noodzaak om het te parkeren. Op dit moment is het leven zonder geloofsgemeenschap voor mij gemakkelijker dan met. Dat vind ik jammer, maar het is goed, voor nu. Ik ben blij met het leven dat ik nu heb en leef. Zoveel jaren verborg ik mijn eigenheid en verstopte ik wie ik werkelijk ben. Nu voel ik de vrijheid om mij te zijn. En dat is, denk ik, toch uiteindelijk waar het om gaat en wat je als mens gelukkig maakt.”