“Ik ontdekte mijn geaardheid terwijl ik actief was in een geloofsomgeving waar homoseksualiteit niet mocht”, vertelt Jeroen. “Omdat ik wist dat mijn geaardheid een probleem zou zijn, stapte ik uit mijn zichtbare rol. Van de een op andere dag kwam ik niet meer in mijn kerk. En dat terwijl mijn behoefte aan het vieren van mijn geloof nog altijd even sterk was.” Jeroen wilde weer meedoen, erbij zijn en horen. Hij wilde vooral ‘het anders zijn’ en homoseksualiteit en geloof bespreekbaar maken. Hij ging het gesprek aan.
Jeroen Idzenga, gelovig (Vrije Evangelie) en homoseksueel
“Het moet van twee kanten komen. De interesse, de nieuwsgierigheid, de gesprekken”
Jeroen ontdekte hoe hij in elkaar zat binnen een omgeving waar homoseksualiteit niet mocht. Hij had een actieve rol binnen zijn kerk, maar besloot een stap terug te doen om zichzelf te kunnen zijn. Hij kwam zelfs een lange tijd niet in de kerk. Totdat hij besloot het gesprek ‘gewoon’ aan te gaan.

“Ineens kwam ik niet meer in mijn kerk. Maar mijn behoefte om mijn geloof te vieren was onveranderd sterk.”
Verrassend bespreekbaar
Hoewel Jeroen zich thuis voelde in zijn kerk en wist dat er over veel zaken vrij gesproken kon worden, was homoseksualiteit toch een heel ander onderwerp – onbespreekbaar, zo dacht hij. “Ik maakte een afspraak met enkele teamleden van mijn kerk, uiteraard vertelde ik vooraf waarover ik het wilde hebben. Zij stonden meteen open voor het gesprek en onderwerp, dat verraste me. Homoseksualiteit was dus wel degelijk bespreekbaar.”
Het gesprek dat volgde was een positieve ervaring voor Jeroen. Natuurlijk is met anderen en in deze context praten over je eigen seksualiteit ongemakkelijk, in alle betekenissen van het woord. Maar het gesprek kreeg wel het staartje waar Jeroen op uit was. De organisatie besloot dat zij het thema homoseksualiteit niet meer konden ontkennen en er dus iets mee moesten.
“Ze wilden er iets over op papier zetten: de visie van de kerk over het thema”, vertelt Jeroen. “Ze verzamelden er informatie over en wilden daar ook echt wat mee doen. Ze wilden het bespreekbaar maken en gingen in gesprek met mensen uit de gemeenschap: hoe kwam jij erachter voor jezelf? En hoe voel je je daarbij in de context van onze kerk? Het thema wérd dus daadwerkelijk bespreekbaar in mijn kerk, ook vanuit een oprechte nieuwsgierigheid en de wil om van elkaar te leren. Dat laatste is zó belangrijk om samen stappen te zetten.”

“De wil om van elkaar te leren. Dat is zó belangrijk als je samen stappen wilt zetten”
Aandacht, tijd en durf
Zijn gesprekken hadden dus iets in beweging gezet. Tegelijkertijd was het geen complete omslag van overtuigingen en visie; homoseksualiteit werd niet ineens geaccepteerd. Iemand met een homoseksuele relatie mocht bijvoorbeeld nog geen actieve of leidinggevende rol hebben binnen de kerk. Toch is Jeroen blij met de deurtjes die zijn geopend en met de ontstane ruimte voor gesprek. Tegelijk weet hij – ook vanuit zijn activiteiten binnen regionale LHBTI stichtingen – dat er binnen veel kerken nog veel deurtjes gesloten blijven.
“Dat komt veelal voort uit onwetendheid”, aldus Jeroen. “Er ontbreekt kennis over homoseksualiteit en andere LHBTI-thema’s, er is in veel gevallen weinig of geen ruimte en aandacht voor bewustwording. Dat begrijp ik wel, binnen geloofsomgevingen zitten nu eenmaal diep gewortelde kaders, overtuigingen en denkbeelden. Dat vraagt tijd en ook durf om daar beweging in te brengen, om ruimte en nieuwe perspectieven te laten ontstaan.”
“Wederzijdse nieuwsgierigheid en wederzijds respect, dat is het vertrekpunt.”
Wederzijdse nieuwsgierigheid
Onwetendheid werkt volgens Jeroen beide kanten op. Ook LHBTI’ers doen richting geloof en kerk aannames, vaak ontstaan en gekleurd door persoonlijke ervaringen. Soms zijn de aannames wellicht terecht, maar vaak ook onjuist, aldus Jeroen. “Onwetendheid is er aan beide kanten. LHBTI’ers hebben soms een strenger beeld dan dat het daadwerkelijk is. Ook gaan veel LHBTI’ers er bijvoorbeeld vanuit dat ze niet welkom zijn in een kerk of geloofsgemeenschap. Dat verrast mij nog wel eens. Ik snap de gedachtengang wel, maar het is een aanname die vaak niet klopt.”
Jeroen vult aan: “Anderzijds zijn er aan de kerkkant mensen die zich verre van deze thema’s willen houden, terwijl ik denk dat als je wel in het thema geïnteresseerd bent – je moet eigenlijk wel als kerk, hé? – dan vergaar je informatie. Je verdiept je erin en gaat het gesprek aan. Als je dat niet doet, beide kanten op, dan kom je er ook nooit achter hoe je écht over elkaar denkt. Ik denk dat dáár een heel grote kloof ligt. Het zou dus van twee kanten moeten komen: de interesse, de gesprekken.”
Het zit in liefde
Wederzijdse nieuwsgierigheid en wederzijds respect, dat is volgens Jeroen het vertrekpunt. De verbinding zoeken en aangaan. “Elkaar opzoeken, in gesprek gaan zonder zaken van elkaar te eisen. Je kunt bijvoorbeeld acceptatie niet eisen of afdwingen, daarmee ga je voorbij aan elkaars waarden, kaders en overtuigingen. Begin eerst eens met luisteren, gewoon luisteren. Naar elkaars verhalen en ervaringen. Ik denk bovenal: de opening zit in liefde. Dat is de kern. Liefde kun je als kerk niet ontkennen, geloof is liefde – of zou het moeten zijn. LHBTI gaat ook over liefde, het is liefde. En elkaar echt horen en zien, is liefde. Vanuit die context, dat vertrekpunt, kunnen we elkaar verkennen en samen iets in beweging zetten.”