Gedeelde zoektocht
Er is inderdaad veel onbekendheid, er zijn aannames en veel weten we niet van elkaar. In die woorden ‘van elkaar’ zit een belangrijke kern, want wil je gesprekken hebben en wil je gehoord en gezien worden dan moet je elkaar opzoeken én geïnteresseerd zijn in de ander, open staan voor elkaar. “Ik denk dat we als christenen op zoek moeten gaan naar wat wij en kerken met elkaar gemeen hebben”, vertelt Micha. “Wat delen we? Dat is een heel ander uitgangspunt. Volgens mij gaat het veel meer om liefhebben en zorgen voor elkaar dan het in alles met elkaar eens zijn. Naastenliefde, dat is een belangrijke opdracht die Jezus ons geeft. Dat kan niemand ontkennen, of aan voorbijgaan. Dat is toch een gespreksonderwerp waarmee je tot elkaar kunt komen? En wat is liefhebben en zorgen voor elkaar dan? Geldt dat alleen binnen de kaders van de opvatting van de kerk? Of geldt dat ook als mensen andere interpretaties van de Bijbel hebben, bijvoorbeeld als mensen een relatie hebben? Je merkt dat kerken daar intern ook erg mee aan het struggelen zijn. Ze lopen dan natuurlijk tegen ethische dilemma’s aan. Het is juist ook voor de kerk een zoektocht.”
Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar je standpunten even parkeren en wel het gesprek aangaan, opent al veel deuren. En dat geeft al zoveel gevoel van gehoord en gezien worden, is Micha’s mening. “Eigenlijk zou je moeten voelen én uitspreken: ik ben geïnteresseerd in jou en jij in mij. Zo geef je allebei een beetje. Ik denk dat dat de basis is voor een constructief gesprek.
Een negatieve ervaring met een kerk kan je als LHBTI’er ook kleuren in je mening en gevoel over die kerk, of zelfs over het geloof. Toch is het de kunst om ook proberen te zien wat er wél is: misschien is er op een andere manier wél te praten met een kerk. Of misschien ben je wel degelijk welkom binnen een gemeente.”
“Verbinding zoeken, daar zit het ‘m in”, zo sluit Micha af. “Want vanuit verbinding kan ook genegenheid ontstaat. Genegenheid in de zin van betrokkenheid, naastenliefde, oog voor de ander. Verbinding ontstaat volgens mij veel eerder en makkelijker wanneer je elkaar fysiek ontmoet. De ontmoeting, daar begint het mee. Elkaar recht in de ogen kijken en elkaar zien. En stel jezelf daarbij vooraf eens de vraag: moet ik jou helemaal kunnen begrijpen om jouw naaste te kunnen zijn? We mogen er ook verschillend over denken, en het prima vinden wanneer we bepaalde bijbelteksten verschillend interpreteren. We mogen het oordeel over de ander met een gerust hart aan God overlaten, Hij weet met ieder mens wel raad. Als die ruimte ontstaat dan vind ik dat we samen al ontzettend veel gewonnen hebben. Dan kunnen we gewoon naast elkaar staan en zeggen ‘we dienen dezelfde God, we staan op dezelfde genadegrond, maar we denken anders over bepaalde zaken’ en daarin verbonden zijn. Ik noem dat eenheid in verscheidenheid, dan kan er werkelijk een wereld voor je opengaan.”