Bernard Moorlag, kon uit de kast komen binnen zijn kerkgemeenschap

“Hoe kunnen we het oneens zijn met elkaar en tóch samen verder gaan”

Bernard omarmt zijn identiteit en is open over wie hij is, ook in de context van zijn geloof. Binnen de kerk waar hij rond zijn coming out was aangesloten, was de ruimte om er openlijk over te praten. Dat gunt hij anderen ook en zet zich daar actief voor in.

Zeven jaar is Bernard samen met zijn Reinier. Een gelukkig stel, zo laat hij weten. En een fijn gezin; Reinier heeft twee kinderen uit een eerder huwelijk, die om de week bij hen wonen. “Dan ben je ineens stiefpapa”, vertelt Bernard. “Natuurlijk wilden we eerst zeker zijn van onze relatie voordat ik überhaupt aan de kinderen werd voorgesteld; we wilden goed weten of dit is wat we allebei wilden en of we ervoor wilden gaan. De liefde is sterk en mooi, en daar draait het om. We kozen voor elkaar en alles wat daarbij hoort.”

Foto van Bernhard buitenshuis, genomen langs de oevers van de IJssel.

Open gesprekken

Op zijn eenentwintigste had Bernard zijn coming out, ook voor de kerk. Hij zat destijds bij een gereformeerde kerk vrijgemaakt in Zwolle. De reacties van zijn omgeving en de gemeente voelden als een warme deken, aldus Bernard. “Bij de kerk hadden we bijbelstudies, in een kleine groep van alle leeftijden. Ik voelde me er voldoende thuis om over mijn geaardheid te praten, dat kon daar gewoon. Een van de leden, een vrouw die zelf ook een homoseksuele zoon heeft, was heel open; we hadden mooie gesprekken. Al snel nodigde ze me uit om mee te gaan naar een avond van Verscheurd, een stichting die ruimte wil creëren voor een open gesprek over homoseksualiteit en geloven. Daar had ik eerst eigenlijk geen behoefte aan, maar ik deed het toch. Die eerste avond voelde zó goed, dat ik me meteen meer wilde verbinden aan de stichting.”

Bernard wist uit eigen ervaring hoe belangrijk het open gesprek voor hem was tijdens zijn coming out. Ook wist hij dat hij het wel getroffen had dat er zo open over gepraat kon worden in zijn omgeving, maar dat dit niet voor iedereen zo is. Voor hem reden om zich actief in te zetten voor stichting Verscheurd. “Het begon met een serie blogs waarin ik schreef over mijn coming out. Al vrij snel deelde ik mijn verhaal ook tijdens seminars die we vanuit de stichting organiseren. Daar ontstaan vrijwel altijd bijzondere gesprekken: mooi en eerlijk, en soms ook confronterend en op het scherp van de snede. Ik merk dat die combinatie deuren opent, er ontstaat beweging, het zet aan tot denken. En tot verdere gesprekken.”

 

“Ik sprak eens een predikant die glashard vertelde dat homoseksualiteit niet voorkomt in hun gemeente. Dat is schrijnend.”

Geen goed of fout

De seminars vinden plaats in heel Nederland. Er blijkt veel behoefte aan die openheid en bespreekbaarheid, en aan informatie. Mensen gaan graag in gesprek, over coming out én over hoe je als gemeente om een LHBTI’er heen kan staan. “Met onze seminars komen we bij veel kerken binnen, in alle regio’s van het land. Het is mooi dat die bereidheid er is. Ik leer ook elke keer weer; nieuwe inzichten, andere visies, verschillende interpretaties van de teksten in de Bijbel. De seminars zijn vooral bedoeld om met elkaar in gesprek te gaan. Niét om de discussiëren over wat goed of fout is. Vanuit Verscheurd zeggen wij ook niet dat er een goed of een fout is, wij nemen geen standpunt in. Het gaat erom dat je sámen verder moet en wilt. Voor mij geldt het uitgangspunt: hoe kunnen we het oneens zijn met elkaar en tóch samen verder gaan.”

 

Het is niet overal eenvoudig om binnen te komen. Niet elke kerk of geloofsgemeenschap staat open voor gesprekken over het onderwerp homoseksualiteit. Zo ervaart ook Bernard: “Er zijn ook nog steeds kerken waar we geen voet aan de grond krijgen. We blijven dat proberen. Daarbij merk ik dat het belangrijk blijft om vooroordelen te benoemen, want die zijn er nog zoveel. Ik was eens in gesprek met een predikant die glashard vertelde dat homoseksualiteit niet voorkomt in hun gemeente. Het is natuurlijk al schrijnend dat iemand op die positie dat zegt, en vermoedelijk ook werkelijk gelooft dat dit zo is. Het is nog verdrietiger dat áls dat al zo lijkt te zijn, dat de LHBTI’er binnen die gemeente zijn mond houdt en er niet over durft te praten.”

Foto van Bernard leunend tegen een muur

Zichtbaarheid en bewustzijn

“Er zijn genoeg gelovige LHBTI’ers die ook gewoon elke zondag naar de kerk gaan. Dat mag ook meer zichtbaar zijn”

Volgens Bernard is het enorm van belang om homoseksualiteit in de context van geloof zichtbaar te maken. Om die reden werkte hij bijvoorbeeld ook mee aan het EO-programma Ken je mij?. “Met een dergelijk tv-programma laten we zien dat er ook gelovige LHBTI’ers zijn die ook gewoon elke zondag naar de kerk gaan. Een beeld dat niet bekend is bij veel gelovigen, er is ook simpelweg niet veel bewustzijn over dit onderwerp. Jezelf of als geloofsgemeente afvragen of er homoseksuelen binnen de gemeente zijn, kan al veel opleveren: bewustzijn, openheid, gesprekken. Door Verscheurd en dergelijke tv-programma’s kom je er ook achter dat er nog heel veel vooroordelen zijn rondom LHBTI. Met onze stichting willen we LHBTI-zijn bespreekbaar maken. En zoals gezegd: zichtbaar. Dat is de enige manier om vooroordelen om te buigen.”

Het onbekende is de bottleneck, aldus Bernard. Mensen doen aannames, vaak ook vanuit wat ze weten, denken te weten of vanuit wat ze zien én te zien krijgen. Met dat laatste doelt Bernard op beelden in de media. “Neem nu bijvoorbeeld een GayPride. Ik vind het goed dat het er is, want het gaat daarbij om onder andere die zichtbaarheid. Maar zoiets als de jaarlijkse Canal Parade in Amsterdam draagt niet alleen maar bij aan acceptatie. In sommige situaties gebeurt zelfs het tegenovergestelde. Het bevestigt voor veel gelovigen en geloofsgemeentes de vooroordelen die zij al hebben. Dat komt mede door wat de media laat zien, maar die meningsvorming en bevestiging van vooroordelen gebeurt wél. Het is dus belangrijk dat men ook ‘gewone’ gezichten te zien krijgt, alledaagse mensen. LHBTI’ers die ook op zondag naar de kerk bijvoorbeeld.”

Foto van Bernard in zijn keuken, terwijl hij een kopje koffie drinkt.
“Ze komen erachter dat het aspect ‘liefde’ achterwege blijft als ze er niets mee doen en zich niet uitspreken.”

Tussen uitspreken en zwijgen

De groep LHBTI’ers die bij een kerk willen horen is groot, weet Bernard uit de vele gesprekken die hij al met LHBTI’ers had. Maar het wordt deze groep mensen niet gemakkelijk gemaakt om onderdeel te worden van een gemeenschap. “Enerzijds worden ze door de kerk een soort van weggepest, of laat ik het ‘al of niet bewust uitgesloten’ noemen. Anderzijds is het ook zo dat het voor veel LHBTI’ers een makkelijke manier is om te zeggen ‘hier voel ik me niet thuis’. Dat laatste heb ik ook overwogen, maar ja, wat dan!? Die jonge LHBTI’er na mij komt dan in exact dezelfde onveranderde omgeving terecht. Als iedereen blijft opgeven, verandert er nooit wat.”

Een van de oorzaken van het niet welkom zijn of je niet welkom voelen, ligt volgens Bernard in de standpunten van een kerk; ze zijn simpelweg afwijzend, of onduidelijk of niet uitgesproken. “De heel strenge kerken hebben veelal wel een zwart-wit mening, ze zitten heel erg op Het Woord. Je hebt de kerken die in en met hun gemeente prima over LHBTI onderwerpen kunnen praten en waar de LHBTI’er welkom is. En je hebt kerken, de grote middengroep, die er geen uitspraken over doet, zich in zwijgen hult. Toegegeven, over het algemeen is het voor veel kerken heel moeilijk om een standpunt te vormen. Door werkwijze, procedures, overleggen, veel meningen, veranderende meningen: daar komt veelal niets doorslaggevends uit.”

Er zijn ook veel kerken en geloofsgemeentes die bewust geen standpunt innemen. Niks zeggen is óók een standpunt, maar dan weet niemand hoe je erin staat, aldus Bernard. “Dat maakt het heel moeilijk om dan een gesprek aan te gaan. De strenge reformatorische gemeenten beginnen nu echter wel wat te ontdooien. Die realiseren zich dat wat ze doen – er niet over praten – eigenlijk echt niet kan. Ze komen erachter dat het aspect ‘liefde’ achterwege blijft als ze er niets mee doen en zich niet uitspreken.”

Foto van Bernhard's reflectie in een spiegel aan een muur

“Niks zeggen is een zwijgzaam spreken.”

Een veilige omgeving

Bernard komt uit een gereformeerd vrijgemaakt nest, uit ervaring kent hij de denkwijzen en dogmatische culturen binnen geloofsgemeenten. Ook door zijn inzet voor stichting Verscheurd ervaart hij deze patronen, kaders en zienswijzen vrijwel dagelijks van dichtbij. Daardoor snapt hij ook waar dat denken vandaan komt. “Je kunt bijvoorbeeld niet zomaar tegen iemand zeggen dat hij of zij de Bijbel verkeerd heeft gelezen. Dan raak je namelijk aan iemands diepste ik, aan iemands diepste overtuigingen. Dat zijn gedachtepatronen en denkbeelden die mensen vaak al vanaf de geboorte hebben meegekregen. Als jij de Bijbel zus of zo interpreteert, wie ben ik dan om te zeggen dat dat goed of fout zit. Bovendien, er is een verschil tussen de kerk als instituut en de kerk als gemeenteleden. Dat verschil zie ik steeds duidelijker. Veel gemeenteleden vinden dat LHBTI’ers er misschien wel bijhoren, maar zodra er iemand komt vanuit het instituut dan wordt het ineens allemaal moeilijk.”

 

Hoewel je een bepaalde overtuiging of denkwijze niet binnen één generatie kunt veranderen, moet je wél ergens een begin maken. En dat begin is het gesprek aangaan. “In onze seminars stellen we vaak de vraag: hoe veilig is jouw gemeente voor mensen die twijfelen over hun geaardheid? Daarbij is het goed om je af te vragen wat de LHBTI’er nodig heeft. Ik denk dat het antwoord daarop is: een veilige omgeving. Een plek waar iemand zichzelf kan en mág laten zien en het gesprek kan en mág voeren. Een veilige omgeving is bovenal een omgeving waarin je je – vanuit beide partijen – gehoord en gezien voelt. Die creëer je door in openheid en vanuit wederzijdse nieuwsgierigheid het gesprek aan te gaan.”