Vastgeklampt aan geloof
“Ik was me al heel jong bewust van mijn gevoelens voor vrouwen – toen meisjes, net als ik. Ook wist ik van begin af aan dat het een probleem was binnen de omgeving waar ik opgroeide”, aldus Almut. “Het was niet de bedoeling en hoorde niet volgens het geloof. Voor mezelf wist ik ook niet of ik wel op de goede weg zat, of mijn lesbisch zijn ook werkelijk bij me paste of dat dit mijn echte ik was. Achteraf bekeken heb ik me daarom zo vastgeklampt aan het geloof. Ik zag het als een reddingsboei, als een goede manier om mijn leven verder in te richten.”
Haar geloof voelde voor haar als een nieuw begin. De bekering tot de strenge stroming en de fysieke doop waren letterlijk een nieuwe start, of een ‘schone start’, zoals Almut het noemt. “De bijbel was voor mij een absoluut in mijn leven. Het was een vrije, bewuste keuze om mij daaraan te conformeren.
Voor mij was het aangeleerde beeld van een man-vrouw-huwelijk het volmaakte beeld, daar wilde ik aan voldoen. Mijn huwelijk was overigens geen dertig jaar van ellende, het was echt vrije wil. Mijn geloof maakte voor mij het leven eigenlijk gemakkelijker: ik achtte Gods geboden hoger en belangrijker dan mijn eigen gevoelens. Mijn werkelijke gevoelens kon ik opzij zetten, loslaten. Dacht ik vele jaren.”